Aan de muren in het Cromvlietplein hangt een vrolijk behang met afbeeldingen uit verre, tropische oorden – gelijk aan de beschrijvingen van de landen waar de aanwezigen vandaan komen. Sint Vincent, Suriname, Paramaribo… ze hebben prachtige herinneringen aan deze plekken. Het toeren met de auto door groene landschappen, samen voetballen met de jongens in Suriname en samen zijn met familie en vrienden.
Deze herinneringen komen naar boven na het bekijken van het filmpje Praten over Vroeger. De hanen die ’s ochtend kraaiden, de kikkers die kwaakten; allemaal herkenbaar voor de aanwezigen.
“Een heel leuk filmpje,” zegt een vrouw. “Samen praten en eten klaarmaken. Lekker babbelen. Ik kom hier al heel lang en nu drie dagen per week.” Bij het Cromvlietplein spelen ze samen bingo, doen ze aan gym en maken ze bloemstukjes.
“Als je ouder wordt en mensen zorgen voor je, dan is het leuk. Maar als je dat niet hebt, dan niet,” zegt een andere vrouw.
De aanwezigen bestaan vandaag uit vijf vrouwen en één man. Allen hebben ze hun land verlaten voor een betere toekomst in Nederland. Sommigen hebben hier nog familie, anderen zijn alleen.
“Ik ben vanaf 18 augustus 1975 in Nederland” zegt een vrouw uit Suriname. “Iedereen ging weg, omdat daar geen leven meer was. Dus wij moesten ook weg. We wachtten op de onafhankelijkheid en wisten niet wat er ging gebeuren. Wat je kon verkopen, dat verkocht je en dan ging je. Mijn twee dochters zijn meegekomen naar Nederland, maar verder heb ik alles toen verloren. Ook mijn man is weg.”
“Ik dacht niet dat ik oud zou worden in Nederland,” zegt een vrouw uit Sint-Vincent, “maar ik blijf voor mijn kinderen. Satisfied? Soms.” Ze vertelt dat ze veel heimwee heeft en haar familie vaak belt. “Thank God for WhatsApp.”
Wanneer Fatos vraagt naar waar de aanwezigen dankbaar voor zijn, of juist verdrietig om zijn, dan heeft dit vaak met familie te maken. Een vrouw geeft aan dat ze ontzettend dankbaar is voor haar ouders en een ander zegt dankbaar te zijn voor haar moeder en neven en nichten die nog in leven zijn. Een andere vrouw geeft aan dat ze het heel zwaar heeft gehad toen haar vader in Nederland overleed en zij in Suriname was en daardoor geen persoonlijk afscheid heeft kunnen nemen.
“Vroeger in Suriname was iedereen één grote familie. Iedereen deed mee. Nu heb ik ruzie met mijn buren.”
“Ja, maar jij zoekt altijd ruzie,” grapt een ander.
“Ik heb geen ruzie met mijn buren,” merkt een ander op, “maar we bemoeien ons niet met elkaar. Alleen ‘hoi’.” Waar in Suriname het hele leven buiten plaatsvond, komen mensen in Nederland maar weinig buiten of bij elkaar, vinden ze.
De dagbesteding bij het Cromvlietplein biedt hiervoor hun uitkomst. De aanwezigen geven aan dat ze hier gelukkig wel elkaar hebben. “Ik ben alleen in Nederland, maar ik heb een grote familie in het Cromvlietplein.”
