De Kleurrijk Oud Special, in theater De Vaillant in Den Haag, werd bijgewoond door maar liefst 45 zorgmedewerkers, ouderen en beleidsmakers die samen met het panel in gesprek gingen over cultuurspecifieke zorg.
Het belang van een dialoog stond voor allen vast; de aanwezigen vonden het belangrijk om hun ervaringen te delen. Samen met de input van het panel, werd de ouderenzorg vanuit verschillende invalshoeken en expertises belicht.
Het panel bestond uit Irma Ramtahalsing (begeleidster van de Hindoestaanse vrouwengroep in HWW Zorg Paulus Potter), Irene Doekharan (is vrijwilligster bij Haags Ontmoeten en was mantelzorger), Bente Schotel (zorgprofessional), Eugenie Debisarun (zorgverlener in opleiding) en Meryam Smal (zorgverlener bij Saffier Groep).
Een greep uit het gesprek, naar aanleiding van de clips ‘Praten over vroeger’ en ‘Familie en verzorgers’:
Irma: “In de praktijk gebruik ik het woord cultuurspecifieke zorg niet. Bij de dagbesteding is dat wat we doen; het is herkenning en een stukje warmte dat heel belangrijk is voor onze ouderen. Het is voor mij niet meer dan het normaal om met persoonlijke aandacht voor iedereen te werken.”
Meryam: “We hebben verschillende culturen in huis en die diversiteit laten we ook terugkomen in het personeel. Als collega’s maken we gebruik van elkaars kwaliteiten. We organiseren themadagen waar bewoners en personeelsleden naar elkaar toekomen en van elkaars cultuur proeven, dan eten we samen roti bijvoorbeeld. Bewoners vragen daar ook om. Daar zien we vooral de verrijking die alle verschillende achtergronden met zich meebrengen.”
Eugenie: “Voor mij is cultuurspecifieke zorg vooral oog hebben voor de meegebrachte principes, tradities en voorkeuren van cliënten. En de cliënten de mogelijkheid geven om deze na te kunnen blijven leven. Dit kan zo simpel zijn als het uitdoen van schoenen wanneer iemand zijn of haar huis instapt. Het overdragen van de zorg is voor familieleden door hun culturele achtergrond soms lastig omdat het wordt gezien als schande. Hierover in gesprek gaan is belangrijk.”
Reacties uit de zaal: “Passende zorg is ook belangrijk voor onze toekomst. In de Turkse cultuur proberen mensen veel zelf te zorgen, omdat dat hoort bij onze normen en waarden. Ouderen gaan daarom minder naar verpleeghuizen terwijl ze die zorg soms wel nodig hebben.”
Bente: “Als een familie besluit hun naaste naar het verpleeghuis te brengen, dan moet je als zorgverlener goed kunnen luisteren. Vragen naar iemands gebruiken en deze respecteren is hier een belangrijk onderdeel van. Door ouderen met een gedeelde achtergrond samen te brengen, herkennen ze de gewoontes en eetcultuur maar kunnen ze zich ook uitdrukken in hun moedertaal. Het is onze taak om de ouderen zich thuis te laten voelen. Als dat lukt, zie je ze zo opbloeien. Ze voelen zich weer waardevol. Voorop staat dat je de ander behandelt, zoals de ander behandelt wil worden.”
Eugenie: “Ouderen hebben vaak ook schaamte om de stap naar een verpleeghuis te zetten. Praten over ouder worden is taboe en zorg nodig hebben daardoor vaak ook.”
Irma: “We hadden een Turkse meneer op de dagbesteding die lastig mee kon komen. Door ons actief te verdiepen in zijn achtergrond en door goed contact met zijn familieleden opende hij zich. Sindsdien noemt hij me steevast een ‘goeie baas’. Als ik later zelf zorg nodig heb, dan kan ik overal wonen. Ik kan me overal thuis voelen, want ik spreek Nederlands. De huidige generatie ouderen met een migratieachtergrond hebben extra steun nodig, zij spreken de taal niet.”
Bente: “In de zorg zijn we blij met de betrokkenheid van familieleden. Voor de vragen die zij hebben moet je als professional openstaan. Er zijn geen geboden of verboden, dus het is goed om uit te gaan van ‘ja, dat kan’. In de clip zie je meneer Aziz die aangaf dat het belangrijk was om halal eten aan te bieden, samen met hem hebben we gekeken naar een oplossing. Die oplossing is er altijd. Dat zijn voor mij de principes van gastvrijheid. Die navolging vergt dialoog en consideratie, kennis van andere culturen, maar ook kennis van organisaties. Maar zeker ook doorzettingsvermogen. Het belangrijkste blijft uiteindelijk het plezier om iets mogelijk te maken voor de ander.”
Meryam: “Het is belangrijk om de cultuur op de werkvloer te veranderen. Kennis en begrip van andere culturen is voor sommige collega’s vanzelfsprekend, maar voor andere minder. Het gesprek hierover aangaan is belangrijk om een beweging te beginnen in de zorg.”
Zaal: “Vanuit mijn Turkse achtergrond is het belangrijk om de zorg voor je ouders te dragen. Ik heb met mijn kinderen gepraat en gezegd dat ik best naar een verpleeghuis wil, als dat nodig is. Dat maakte ze boos, ‘dat kan niet, mam’ zeiden ze. Maar mijn kinderen hebben een eigen leven, ik wil ze daar niet mee belasten. Om me heen zie ik dat het normaal is om zorg van buitenaf te vragen. Als ik Turks kan blijven eten, geloof ik dat ik ook in een verpleeghuis gelukkig kan zijn.”
Irene: “Hindoestaanse ouderen spreken vaak Nederlands, en kunnen de weg in verpleeghuizen daarom vinden. Voor andere ouderen kan dit lastig zijn. Als verpleeghuizen iedere cultuur een thuis kunnen bieden, dan zou dat goed zijn. Ouderen hoeven dan niet meer specifiek te kiezen voor een locatie, maar kunnen dan overal naartoe.”
Eugenie: “Als toekomstig zorgmedewerker denk ik dat het belangrijk is om onderling met elkaar te praten over hoe om te gaan met verschillende culturen. Als we elkaar steunen en motiveren, kunnen we er samen iets moois van maken.”
Irma: “We moeten dit soort gesprekken met elkaar blijven voeren. Want onderaan de streep hebben we maar één doel: een waardig leven voor iedereen.”
Irene: “Doel is dat iedereen toegang heeft tot goede zorg in alle instellingen.”
Bente: “En dat de ander behandeld wordt, zoals de ander behandeld wil worden.”
Meryam: “Ik zou iedereen uit willen nodigen in het verpleeghuis te komen kijken. Ga met de zorg in gesprek. Wij willen leren, en doen dat vooral door te weten wat voor u belangrijk is.”
